21 augustus 2018.

Omgaan met de emoties van kinderen

Omgaan met de emoties van kinderen kan moeilijk en uitdagend zijn. Een typische valkuil waar ouders in terechtkomen is dat ze een oplossing proberen te vinden of het gevoel van het kind proberen te weerleggen in een poging om de pijn weg te nemen. Helaas kan dit signalen aan het kind geven dat het niet oké is om te voelen wat het voelt. Het kan het kind doen denken dat de ouder het niet begrijpt en het kan het kind belemmeren om te leren begrijpen wat er van binnen gebeurt. Jouw taak als ouder is niet om de emotie van het kind weg te nemen, maar eerder om het kind te helpen zijn gevoelens te begrijpen en hiermee om te leren gaan. Dit noemen we emotionele coaching. Wanneer je kind een emotie ervaart, probeer dan de volgende stappen te volgen:

1) Merk de emotie op. Probeer te begrijpen wat er echt in het kind omgaat, bij voorkeur in relatie tot wat er is gebeurd. Als bijvoorbeeld je jongere kind graag met zijn oudere broer wil spelen maar wordt afgewezen, zou je kind zich verdrietig kunnen voelen. Probeer je in je kind te verplaatsen en bedenk hoe dat voor hem moet zijn.

2) Geef woorden aan de emotie. Laat je kind zien dat je begrijpt hoe dat moet zijn door er een paar woorden aan te geven: "Ik zie dat je verdrietig bent omdat je niet met je broer mee mocht spelen. Dat moet vervelend zijn" En maak je geen zorgen als je het niet meteen goed hebt. Je kind zal het je laten weten en dan kun je het opnieuw proberen.

3) Bevestig en erken de emotie. Dat betekent dat je de gevoelens normaal vindt en laat zien dat het oké is voor het kind om zo te voelen. Een goede erkenning zou beginnen met "Het is geen wonder dat..." Bijvoorbeeld: "Het is niet gek dat je boos werd, want je wilde alleen maar met hem spelen en plezier hebben, maar dat mocht niet van hem."

4) Kom tegemoet aan de emotionele behoefte. Onthoud dat dit niet de praktische oplossing voor het probleem is, maar eerder het tegemoetkomen aan de emotionele behoefte. Het kan zijn dat je kind behoefte heeft aan troost, steun, gemoedsrust, of zelfbevestiging. In het voorbeeld hierboven zou je kunnen vragen: "Wil je een knuffel of op mijn schoot zitten?"

5) Indien nodig, help bij het bedenken van een oplossing voor het probleem. Meestal zijn de eerste vier stappen genoeg en zal het kind zelf een oplossing vinden. Als je kind toch nog hulp nodig heeft, kun je een suggestie doen, zoals praten met je grote broer.